Lesformat: Winter groep 7/8

Onderwerp:

Noord en Zuidpool

 

Thema:

winter

 

Lesdoel:

De leerlingen kunnen de Noord en Zuidpool aanwijzen op de kaart en van beide minstens 3 kenmerken noemen.

 

Benodigdheden:

Een grote wereld kaart

Een wereld kaart zonder op A4 voor elke leerlingen zonder kleuren, enkel lijnen

 

Les:

Inleiding: het is hier nu winter, in welke maanden in Nederland is de winter? (december-februari) Is dat in Australie hetzelfde? (nee) Waarom is het daar op andere tijden winter? (andere kant van de wereld) wie weet hoe koud het bij ons ongeveer is in de winter? Zijn er plekken waar het nog kouder is? En er zijn plekken waar we spreken van “eeuwige sneeuw” wie kent de namen van deze 2 plekken? (Noord en Zuidpool)

 

Kern: de leerlingen gaan in de schoolbibliotheek zoveel mogelijk informatie opzoeken over de Noord en Zuidpool, hierbij schrijven ze de kenmerken op van beide polen.

Terug in de klas maken we op het bord 2 lijsten, 1 met kenmerken van de Noordpool en 1 met kenmerken van de Zuidpool. De leerlingen moeten hierbij meeschrijven in hun eigen schrift.

Hierna krijgen de leerlingen een lege kaart van de wereld op deze wereld kaart gaan ze met kleur de plekken tekenen waar het eeuwige ijs is.

 

Slot: als slot wordt nog even de actualiteit besproken met betrekking tot het broeikas effect, is de Noordpool aan het verdwijnen? En wie weet hoe dat komt?

Eventueel kan de les worden afgesloten met een stuk van de film “Earth” hierin komt een heel mooi stuk voor over de gevolgen voor dieren op de Noordpool met betrekking tot het broeikaseffect.

 

Achtergrond informatie:

De winter is een van de vier seizoenen. Het afwisselen van de winter met de andere seizoenen wordt veroorzaakt door de schuine stand van de aardas. In de winter staat op het noordelijke halfrond de aardas van de zon af gewend en in de zomer juist naar de zon toe gericht. Op het zuidelijke halfrond is dit omgekeerd, zodat de winter zich daar juist afspeelt tijdens de zomer van het noordelijke halfrond. Het meest kenmerkend aan de winter is hierdoor behalve de in vergelijking met andere seizoenen lage temperaturen de korte dagduur.

 

Voor informatie over de Noord en Zuidpool kan deze site https://www.kinderpleinen.nl/showPlein.php?plnId=103 speciaal voor kinderen op het basisonderwijs bezocht worden.

 

 

Bijlagen:

 

 

 

 

 

 

Lesformat: Kerst groep 7/8

 

onderwerp:

Brief schrijven

 

Thema:

Kerst

 

Lesdoel:

De leerlingen kunnen inzien wanneer ze fout zaten en de leerlingen kunnen een brief schrijven volgens de regels die hiervoor gelden in groep n7/8.

 

Benodigdheden:

Briefpapier

Schrijfpapier

Pen en potlood

Enveloppen

 

Les:

Inleiding: maak met de leerlingen een woord veld op het bord over kerst. Zorg dat hierbij het woord vrede naar voren komt. Hoe vatten de kinderen het begrip vrede op? Dit kan wereld vrede zijn, maar het kan ook vrede op school zijn of in gezinsverband. Hoe kunnen de kinderen iets doen aan vrede met kerst op kleine schaal?

Kern: laat de kinderen nadenken over een discussie of ruzie die ze in de afgelopen tijd hebben gehad. Denk hierbij aan zusjes, vriendinnetjes, ouders. Als de kinderen echt niets kunnen bedenken kun je ze herinneren aan dingen die op school zijn gebeurd. De kinderen gaan vervolgens een brief schrijven naar deze persoon met hierin excuses of uitleg en de vraag om vrede. Herinner de kinderen hierbij aan de regels voor een brief schrijven.

Slot: Als de brief af is laat ze dan een envelop eromheen doen en de naam van de geadresseerde erop zetten. De bedoeling is dat ze de brieven binnen 2 dagen afgeven. De 3e dag kijk je met de klas nog even terug op de reacties op de brieven.

  

 

Achtergrond informatie:

afzender

Voornaam en Achternaam

 

 

 

Straatnaam en huisnummer

 

 

postcode en Stad

 

 

(Land)

 

 

 

 

 

 

 

 

(twee regels overslaan)

 

 

 

 

 

 

2

ontvanger

Bedrijfsnaam,

 

 

T.a.v. Mijnheer of Mevrouw Achternaam

 

 

Straatnaam en huisnummer

 

 

postcode en Stad

 

 

(Land)

 

 

 

 

 

(een regel overslaan)

 

 

 

3

Plaats/

datum

Abcoude, datum

 

 

 

 

 

(een regel overslaan)

 

 

 

4

onderwerp

Betreft: het onderwerp van je brief

 

 

 

 

 

(een regel overslaan)

 

 

 

5

aanhef

Geachte heer of mevrouw Naam ontvanger,

 

 

 

 

 

(een regel overslaan)

 

 

 

6

inhoud

begin hier met het schrijven van je brief. Let goed op hoofdletters, punten en de spelling.

 

 

 

 

 

Sluit je brief af met:

 

 

 

7

afsluiting

Hoogachtend of Met vriendelijke groet,

 

 

 

 

 

(3 regels overslaan)

 

 

 

 

 

 

 

 

Je Naam

 

 

 

 

 Lesformat: Pasen groep 7/8

onderwerp:

Deurhanger maken

 

Thema:

Pasen

 

Lesdoel:

 

Benodigdheden:

Verschillende kleuren papier

Scharen

Stiften

Passer

Geodriehoek

 

Les:

Inleiding: als inleiding wordt even kort vertelt over de oorsprong van Pasen. Wij vieren Pasen volgens de protestantse traditie. De paashaas hoort hierbij samen met de beschilderde eieren en tegenwoordig de chocolade eieren. Vroeger vond men altijd eieren van vogels in hazen en konijnen hollen, vandaar de link haas en eieren. In de inleiding laat de juf ook een voorbeeld zien van de deurhanger die we gaan maken. Ze legt hierbij uit hoe we hier stap voor stap mee aan de slag gaan en legt de ordelijke regels uit.

Kern: als kern gaan we aan de slag met het maken van de deurhanger. We beginnen met de deurhanger zelf. Hiervoor gebruiken we een passer, zo maken we een halve boog, dan via een geodriehoek kan je 2 evenwijdige lijnen naar beneden trekken. Dan met een passer weer op dezelfde stand ook daar een halve boog maken. Met dezelfde passer maak je dan aan 1 van beide kanten nog een rondje waar ruim een deurkruk doorheen kan. Daarna mogen de kinderen zelf van papier eieren of een paashaas knippen herinner de kinderen er wel aan dat ze eerst met potloot uit moeten tekenen voor ze gaan knippen. Zo mogen de kinderen de deurhanger zo mooi maken als ze zelf willen.

Slot: Aan het eind moeten de kinderen met een mooie zwarte stift nog een duidelijke welkomst tekst erop zetten, deze moet wel met Pasen te maken hebben.

 

 

Achtergrond informatie:

 

 

 

 

 

Lesformat: Vakantie groep 7/8

onderwerp:

Gedicht schrijven

 

Thema:

Vakantie

 

Lesdoel:

De kinderen kunnen een gedicht schrijven met rijmwoorden en hiermee ook een doel bereiken; de ideale vakantie uitleggen

 

Benodigdheden:

Kladpapier

Potlood

A3 papier

 

Bijzonderheden:

De les moet in 2 delen worden geven en eventueel een 3e deel als dat nodig is.

 

Les:

Inleiding: als inleiding ga je het met de kinderen hebben over wat hun ideale vakantie zou zijn. Waar zouden ze heel graag een keer naartoe willen, en wat voor vakantie? Een sportieve vakantie, een zon vakantie of een wintersport vakantie? De kinderen maken voor zichzelf een lijstje met informatie over hun ideale vakantie, het weer, de plaats, hotel of camping, aan zee of in de bergen, op het platteland of in een stad? Deze plek mag ook fantasie zijn, bijvoorbeeld een planeet.

Kern: de juf draait het bord om waar ze van te voren een kort gedicht heeft gemaakt volgens de volgende uitleg over een ideale vakantie, deze neemt ze door met de klas, wat rijmt er? Hoe is dit gedicht opgebouwd? Met het lijstje wat de kinderen gemaakt hebben gaan ze een gedicht maken, de leerlingen maken een gedicht op de volgende manier; de eerste zin rijmt op de 3e en de 2e op de 4e, de 5e rijmt weer op de 7e en de 6e op de 9e. Zo moeten de leerlingen minstens 9 zinnen maken. In dit gedicht omschrijven ze dun droomvakantie. Als de leerlingen naar dichtwoorden zoeken mogen ze hierbij het woordenboek gebruiken. Dit gedicht schrijven ze eerst in klad.

Les 2 kern: Hierna krijgen ze een A3 papier waar ze een tekening met potlood op gaan maken deze moet een illustratie van hun ideaal bedachte vakantie zijn. Deze tekening moet het hele blad vullen. Leg hierbij de nadruk op de horizon die eerst getekend moet worden, en de verdeling van kleuren in de achtergrond, het groen van het gras wat donkerder is dichtbij en lichter word ver weg en de lucht die boven donkerder blauw is dan bij de horizon. Zorg dat de tekeningen niet te gedetailleerd worden omdat er achteraf overheen geschreven word.

Slot: als slot schrijven de leerlingen met een sierlijk handschrift met een zwarte stift over de tekening heen het gedicht. Hiervoor moeten de kinderen eerst op klad hun sierlijke handschrift oefenen zodat het er mooi uit komt te zien. Ook moeten de kinderen met een liniaal dunne potlood lijnen tekenen op de tekenen met telkens dezelfde afstand ertussen om hier goed mooi, even groot en recht op te kunnen schrijven.

 

Achtergrond informatie:

Mijn ideale vakantie zou zijn

Onder de bloedhete zon dicht bij het strand

Dichtbij de zee en bij de woestijn

Een vakantie in een heel ver land

Een plek waar tijd geen issue is

En waar mensen vreemde talen spreken

Maar waar ik me nooit in woorden vergis

Nederland zou erbij verbleken

 

 

 

 Lesformat: Islam groep 7/8

 onderwerp:

internet opracht

 

Thema:

Islam

 

Lesdoel:

de kinderen leren onderscheid te maken tussen feiten van de islam en de vooroordelen.

Ook zien de kinderen in wat de negatieve gevolgen kunnen zijn van deze vooroordelen.

 

Benodigdheden:

internet

pen en papier

 

Les:

Inleiding: de leraar schrijft met de kinderen de Islam op het bord, wat weten jullie er al van? Wat komt er in je op? Dit mogen zowel positieve als negatieve dingen zijn. Hierna gaan we kijken naar alle verschillende woorden, wat zijn vooroordelen, wie weet wat een vooroordeel is? En welke van onze juist genoemde woorden kunnen we omschrijven als vooroordelen?

Zit er misschien ook racisme tussen?

Kern: de kinderen gaan op internet aan de slag met het lijstje vooroordelen. Waar komen deze vooroordelen vandaan? En wat is er van waar of wat is er niet van waar? Noteer dit bij het vooroordeel. Zoek op meerdere sites zodat je meerdere bronnen hebt. Als laatste gaan de kinderen nog opzoek naar de hoofdgedachte van de Islam.

Slot: als slot bespreken we de gevonden informatie. Hoe kijk je er nu tegenaan? Zijn er gedachten van de Islam die je deelt en zijn er ook gedachten waar je het niet mee eens bent?

 

Achtergrond informatie:

 

Agressieve godsdienst:

de mensen die het geloof misbruiken door er geweld mee goed te praten, of uit naam van de Islam geweld gebruiken is slechts een hele kleine minderheid. Dit terwijl de Islam eigenlijk zegt dat alle geloven geaccepteerd kunnen worden en dat je, je vermogen moet delen. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar het Suikerfeest. De hele gedachte hier achter is delen met iemand die minder heeft, alle moslims geven dan bijvoorbeeld aan goede doelen.

 

Vrouwonvriendelijk:

Leemhuis: "Moeilijk punt. Moslims zelf vinden van niet. Zij vinden juist dat vrouwen in het westen slechter af zijn. Een lustobject. Een blote vrouw om een auto aan te prijzen, dat is pas vrouwonvriendelijk, zo redeneren zij."

"Veel moslims beschouwen de sluier als een emancipatoir fenomeen. Omdat vrouwen buitenshuis een sluier dragen, zijn ze geen object en dus beschermd. Zij kunnen zich in het publieke leven normaal bewegen. De paradox wil dat in een land als Iran de positie van vrouwen na de islamitische revolutie sterk is verbeterd. Onder de ayatollahs hebben zij meer in de melk te brokken dan onder de shah. Dat geldt vooral voor vrouwen in de lage middenklasse. Overigens zijn de geschriften niet eenduidig over het al dan niet dragen van een sluier. Het is een kwestie van koraninterpretatie. In Indonesië, het grootse moslimland ter wereld, gaan de meeste gelovige vrouwen ongesluierd over straat."

"Hoewel polygamie gewettigd is, is het in het grootste deel van de moslimwereld de facto heel moeilijk om er meerdere vrouwen op na te houden. In een wereldstad als Caïro wordt een man met meerdere vrouwen toch een beetje meewarig aangekeken. Je treft het tegenwoordig eigenlijk alleen nog maar aan bij traditionele plattelands-rijken. Je moet ook aardig goed bij kas zijn om je zo'n levenswijze te kunnen veroorloven. In de koran staat dat je maximaal vier vrouwen mag hebben, op voorwaarde dat ze allen gelijk worden behandeld. Zo moet iedere vrouw een eigen huis hebben. Kortom, er zijn een hoop beperkingen."

 

Bron: https://www.vredesnaam.com/isaf%20islam.html

 

Niet in staat tot aanpassing:

Het overgrote merendeel van de Nederlandse moslims, zeg maar de zwijgende meerderheid, wil zich aanpassen en Nederlander zijn. Echter is veel te zien dat juist door de discriminatie en vooroordelen moslims vaak “groepen” gaan vormen en zich zo dus minder snel aanpassen of opstandig worden.

 

Laaggeschoold:

Dat moslims over het algemeen laaggeschoold zijn komt omdat vele moslims autochtonen zijn of zonen/dochters van autochtone ouders en dus de Nederlandse taal niet compleet beheersen. Ook komen zij dan uit laden waar het opleidingsniveau een heel stuk lager licht dan in Nederland waardoor ze hier beginnen met een grote achterstand. Hierdoor is een hoog opleidingsniveau dan vaak niet mogelijk. Bij banen is te zien dat Moslims vaak geen hoge functies hebben, de grootste invloed hiervan is de laaggeschooldheid en toch ook een deel racisme. Echter zijn er in Nederland steeds meer Moslims die in Nederland geboren en getogen zijn en dus ook met de Nederlandse taal en gewoonten en niveau opgegroeid zijn. zo is ook te zien dat het opleidings niveau bij deze moslims niet veel verschilt van de Nederlandse inwoner, dan gaat het namelijk puur om je kennen en kunnen.

 

Altijd buitenlanders:

Dit vooroordeel is natuurlijk niet helemaal waar maar het is wel waar dat moslims meestal buitenlanders zijn en dan spreken we in nederland voornamelijk van Turken 358.000, Marokkanen 315.000, Surinamers 70.000, Irakezen 44.000, Afghanen 37.000, Iraniërs 29.000, Somaliërs 22.000 en dan is er nog een kleine groep Nederlanders die zich heeft bekeerd tot de Islam en die groep bedraagt een kleine 10.000 personen. In verhouding is dit dus heel weinig, maar er moet ook meegerekend worden dat vele moslims inmiddels de 2e generatie in Nederland zijn, en deze mensen groeien hier dus op, met onze cultuur, onze gebruiken en onze opleidingen. Vaak zie je dan ook dat deze Moslims het geloof niet meer zo “zwaar” opvatten maar een mooie combi vinden met de Nederlandse cultuur, zo dragen sommige Moslima’s van de nieuwe generatie al geen hoofddoek meer.  

 

 

 

 Lesformat: Hindoeïsme groep 7/8

onderwerp:

hindoeïsme

 

Thema:

hindoeïsme

 

Lesdoel:

De kinderen bekijken twee filmpjes. Ze leren hoe een hindoetempel eruitziet en maken kennis met de manier waarop hindoes daar een eredienst houden.

 

Benodigdheden:

het filmpje De hindoetempel
het filmpje Hindoes in de tempel
computer met internetaansluiting
pen en papier
het werkblad

 

Les:

Inleiding: Vertel de kinderen dat het hindoeïsme de oudste wereldgodsdienst is. Deze godsdienst is vierduizend jaar geleden in India ontstaan. Weten de kinderen waar India ligt? India ligt in Azië. Het is een groot land waar miljoenen mensen wonen. In India zijn veel mensen hindoe. Hindoes hebben verschillende goden. Je ziet beelden van de goden in tempels en in huizen van mensen. Ook in Nederland wonen hindoes die hier hun eigen tempel hebben. In India kunnen de mensen naar de tempel als ze dat willen, de tempels zijn altijd open. In Nederland is dat niet zo. Er zijn, net als in andere kerken en gebedshuizen, vaste tijden waarop de hindoes naar de tempel gaan.
Kern: Leg de kinderen uit dat ze in twee- of drietallen op de computer twee filmpjes over een hindoeïstische tempel in Nederland gaan bekijken. Het eerste filmpje heet ‘De hindoetempel’. De titel van het tweede filmpje is ‘Hindoes in de tempel’.
– Vertel dat bij de twee filmpjes een werkblad hoort. Daarop staan vragen over elk filmpje. Vraag de kinderen om de vragen op het werkblad te beantwoorden.
– Deel het werkblad ‘Een hindoetempel in Nederland’ uit en zet de kinderen aan het werk.
Slot: Bespreek de vragen na. Hier staan de antwoorden.

 

Achtergrond informatie:

 

Bron + filmpjes: https://www.leerkracht.nl/show?id=138571#_138591_

 

Antwoorden
2a Mandir: tempel; pandit: hindoepriester; Brahman: god.
b Om de goden te laten weten dat ze er zijn.
c Om respect voor de goden te laten zien.
3 De kleuren rood en goud komen veel voor.
5a Puja: offerritueel; Veda’s: heilige boeken van het hindoeïsme.
b De eredienst duurt drie uur.
c De eredienst bestaat uit het offerritueel (puja) en de preek.
d De offergaven worden uitgedeeld.
6 De kleding van de pandit is wit.

 

 

Werkblad bij de activiteit Een hindoetempel in Nederland, groep 7 en 8

1 Bekijk het filmpje De hindoetempel.

2 Beantwoord de vragen over het filmpje:

a Wat betekenen de woorden mandir, pandit en Brahman?

______________________________________________________________________________

______________________________________________________________________________

______________________________________________________________________________

b Waarom luiden gelovigen de bel?

______________________________________________________________________________

c Waarom trekken hindoes hun schoenen uit in een tempel?

______________________________________________________________________________

3 Klik op Afbeeldingen.

Bekijk de foto’s. Welke kleuren vallen je op?

______________________________________________________________________________

4 Bekijk het filmpje: Hindoes in de tempel.

5 Beantwoord de vragen over het filmpje:

a Wat betekenen de woorden puja en Veda’s?

______________________________________________________________________________

______________________________________________________________________________

b Hoe lang duurt de eredienst?

______________________________________________________________________________

c Uit welke onderdelen bestaat de eredienst?

______________________________________________________________________________

d Wat gebeurt er met het geofferde eten na de dienst?

______________________________________________________________________________

6 Klik op Afbeeldingen.

Bekijk de foto’s. Welke kleur heeft de kleding van de pandit?

______________________________________________________________________________

Auteur: Simone van Bentum-Gerich © Uitgeverij Zwijsen B.V. - www.leerkracht.nl

 

 

 

 

 Lesformat: Tweede Wereld Oorlog groep 7/8

 

onderwerp:

de ontdekking

 

Thema:

De tweede wereld oorlog

 

Lesdoel:

De kinderen op een leuke wijze en via een heel erg mooi verhaal meer kennis over de tweede wereld oorlog geven.

 

Benodigdheden:

Totaal-pakket

• 30 stripboeken

• 30 werkschriften

• 1 docentenboek

Speciale pakketprijs € 90,–

Bestelnummer: 61022

 

Les:

De Ontdekking is een strip van Eric Heuvel, de Anne Frank Stichting en Verzetsmuseum Friesland over Nederland in de Tweede Wereldoorlog. De strip is ontwikkeld om als lesmateriaal te gebruiken.

 

Dit is een les die eigenlijk uit meerdere lessen bestaat.

Ga hiervoor naar de duidelijke site:

 

https://www.annefrank.nl/ontdekking/index.asp

 

hier staat op hoe je alles moet bestellen, voorbeelden van werkbladen en het verhaal.

 

 Achtergrond informatie:

Jeroen zoekt bij zijn oma op zolder naar spullen voor Koninginnedag. Tussen alle rommel vindt hij de oorlogsplakboeken van oma. Hij hoort van haar dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog in zijn familie dingen zijn gebeurd, waarover altijd gezwegen is.

 

Helena's vader zit bij de Amsterdamse politie. Hij raakt steeds meer betrokken bij de Duitse repressie. Vader neemt deel aan razzia's op joden en is zelfs betrokken bij de arrestatie van de joodse buren, waaronder Esther. Dit wordt hem door zijn vrouw en kinderen niet vergeven.

 

Theo, de oudste broer, die steeds met zijn autoritaire vader botst, gaat het huis uit. Hij wordt vrijwilliger in Duitse dienst en sneuvelt later aan het Oostfront. Wim, de andere broer, zoekt aansluiting bij het verzet. 

Wim raakt steeds meer betrokken bij het verzet en vecht later mee met de oprukkende Engelse troepen. Helena begeleidt hongerende kinderen naar Friesland.

 

Na de bevrijding vindt Helena haar moeder en haar broer Wim weer terug in Amsterdam. Vader wordt als collaborateur geïnterneerd en overlijdt kort daarna. Helena's moeder wil niet meer in Amsterdam wonen en het gezin verhuist om een nieuw leven op te bouwen.

 

Over die moeilijke tijd is in de familie nooit meer gesproken. Jeroen is de eerste die dit verhaal van oma te horen heeft gekregen. Enkele dagen later maakt Jeroen de herdenking op 4 mei mee. Daar doet hij een schokkende ontdekking...

 

 

 Lesformat: Dieren groep 7/8 

onderwerp:

schilderen

 

Thema:

dieren

 

Lesdoel:

de kinderen weten waarom sommige dieren zich camoufleren en hoe ze dat doen. Ook kunnen de leerlingen succesvol een dier maken die aan zijn omgeving gecamoufleerd is.

 

Benodigdheden:

A3 papier

Verf in de kleuren: rood, geel, blauw, zwart en wit

Schaar

potlood

 

Les:

Inleiding: als inleiding ga je het met de kinderen er over hebben waarom sommige dieren zich camoufleren, en welke dieren doen dat dan?

Kern: de kinderen gaan op een A3 vel een fantasie dier schilderen. Deze gaan ze alleen zo schilderen dat als die op een plek in de klas komt te hangen hij volledig gecamoufleerd is. Dus hang je hem op het gordijn, dan moet je de hele structuur en de golven van het gordijn op het dier schilderen. Als laatste worden alle dieren uitgeknipt en opgehangen.

Slot: ga met de leerlingen eens kijken. Welke zie je bijna niet? Die zijn het beste gelukt, waren er nou ook moeilijkere plekken en makkelijkere plekken?

 

Achtergrond informatie:

Camouflage is het zodanig toepassen van kleur, tekening en vorm dat een normalerwijs zichtbaar object tegen zijn achtergrond verdwijnt of moeilijker wordt herkend door andere diersoorten. Er is bij camouflage dus sprake van gezichtsbedrog.

De bekendste vorm is de schutkleur: kleur aannemen van de achtergrond (Engels: background coloration of cryptic coloration). Sommige dieren kunnen zich dankzij een camouflerende schutkleur verschuilen voor belagers, andere gebruiken hem om te jagen op prooien. Ook moeten dieren het gepaste gedrag vertonen bij hun camouflage. Zo zitten nachtvlinders overdag doodstil op planten om niet op te vallen. Een ander voorbeeld is de gewone krokodilvis die de kleur van zijn achtergrond kan aannemen. Een schutkleur kan op verschillende manieren tot stand komen. Tijdens de ontwikkeling krijgen sommige dieren, zoals bepaalde kevers, een huid die overeenkomt met de kleur en de tekening van de omgeving. Soms lijken ze zelfs op takken en stenen. Er zijn ook dieren, zoals bepaalde krabben, die materiaal uit de omgeving verzamelen en dit aan hun lichaam vastmaken. Bekende voorbeelden zijn:

Vaak wordt gedacht dat de kameleon van kleur verandert vanwege camouflage. Dit is niet het geval. Het hangt meer samen met de gemoedstoestand van het dier. Daarnaast met licht en temperatuur in de omgeving.

Leg nadruk op kleur gebruik.

Laat de leerlingen zelf mengen, gebruik alleen de primaire kleuren en wit en zwart.

 

 

 

 

 

Lesformat: Zomer groep 7/8

onderwerp:

lied zingen

 

Thema:

Zomer

(in 2 lessen)

 

Lesdoel:

De leerlingen kunnen een maat klappen en bepaalde accenten in een nummer herkennen. Ook kunnen de kinderen het onderscheid tussen refrein en couplet maken.

 

Benodigdheden:

Het nummer: https://www.youtube.com/watch?v=0df3Vlvhzqg

 

Les:

Inleiding: de leerlingen het lied aanleren, dit door het een paar keer voor te zingen en dan stukje voor stukje aan te leren. Je kan de leerlingen het beste allemaal een kopie van het nummer geven zodat ze ook thuis nog kunnen oefenen.

Kern: de leerlingen gaan eerst de maat meeklappen, daarna word de maat met woodblocks gedaan. De zinnen: Ik heb de zomer in mijn kop, Ik doe mijn zonnebril vast op, Dat de bloemen alweer bloeien, Ik heb de zomer in m’n kop. Met sambabalen. Aan het begin van elke zin een accent met de trom.

Slot: als slot ga je het nummer samen met de kinderen vaak oefenen, maak je een rolverdeling. Wie zingen er, wie doen welke instrumenten? Eventueel kan er ook mee opgetreden worden op de vrijdag middag in het documentatiecentrum.

  

Achtergrond informatie:

Tekst: M. Bakhuis
Muziek: J. Fluitsma, E. van Tijn & J. van Leeuwen
Solisten: Bram en Marieke

Zomaar op een dag in mei
De wekker is nog niet gegaan
Maar ik sta al naast mijn bed
Heb dat nog nooit zo snel gedaan

Ik gooi de ramen lekker open
Sta te rillen van de kou
Maar de dag kan niet meer stuk
Want kijk de lucht is blauw

Refrein:
Ik heb de zomer in mijn kop
En de kriebels in mijn buik
Ik doe mijn zonnebril vast op
Het is net alsof ik ruik
Dat de bloemen alweer bloeien
En de zon weer altijd brandt
Ik heb de zomer in m’n kop
Ik lig al bijna op het strand

Kan al die truien niet meer zien
Mijn maillot blijft in de kast
En ik zoek die zomerbroek
Om te zien of ie nog past

De hele dag loop ik te rillen
Kippenvel op heel mijn huid
En die witte melkflessen
Iedereen lacht me vast uit

Refrein

Sta met bruine blote benen
’T koele zand tussen m’n tenen
Voel een briesje zachtjes blazen
En de zee is zo turquoise
Als de zon in zee gaat zakken
En jij net mijn hand wil pakken
Krijg ik een zachte zoute zoen
..van mijn zomervisioen

Refrein

 

 

Lesformat: Lente groep 7/8 

 

onderwerp:

gedichten

 

Thema:

lente

 

Lesdoel:

De kinderen zoeken lentegedichten en dragen hun favoriete gedicht voor.

 

Benodigdheden:

bibliotheek of documentatiecentrum
pen en papier

 

Les:

Inleiding: Vertel de kinderen dat er veel gedichten over de lente zijn. Vraag hen om hiervoor argumenten te bedenken. (Enkele argumenten kunnen zijn: de lente geeft inspiratie, de lente is de tijd om verliefd te worden, alles komt tot leven in de lente.)
Kern: Laat de kinderen in de bibliotheek of het documentatiecentrum gedichten over de lente zoeken. Help ze eventueel door aanwijzingen te geven. Laat de kinderen kijken in verzamelbundels met gedichten voor kinderen of gedichtenbundels van kinderboekenschrijvers, bijvoorbeeld van Edward van de Vendel, Koos Meinderts, Erik van Os of Annie M.G. Schmidt. Ook Toon Hermans heeft gedichten over de lente geschreven. Hoewel dit gedichten voor volwassenen zijn, zijn ze over het algemeen wel begrijpelijk voor kinderen. In de bundel Het geluid van de lente: lentegedichten zijn door Harold de Croon hedendaagse gedichten over de lente bijeengebracht (zie ‘Voorleesboeken’ in de Achtergrondinformatie). De gedichten zijn bestemd voor volwassenen, maar de volgende zijn ook geschikt voor kinderen: Geluk, Anton van Wilgenrode (pagina 83); Kastanjes, Jacqueline E. van der Waals (pagina 78); April, Jaap Zijlstra (pagina 55); Het boomgelaat, Jos Daelman (pagina 52) en Tijd voor klasbakken, Jan Boerstoel (pagina 35).
– Vraag de kinderen om een gedicht te kiezen en dat op een blad papier te schrijven.
Slot: Laat enkele kinderen hun gedicht voordragen in de klas. Richt hiervoor een plek voor in de klas in. Geef aan wat bij het presenteren van een gedicht belangrijk is: duidelijk en hard genoeg spreken, het publiek in kijken tijdens het voordragen en rustig blijven.
– Laat de kinderen die voordragen eerst de titel en de schrijver van hun gedicht noemen. Ze mogen het gedicht ook introduceren door te vertellen waarom ze het hebben gekozen.
– Bespreek elk gedicht na met de klas. Zijn er vragen? Waarover gaat het gedicht precies? Wie vindt het mooi en waarom? Wie vind het niet mooi en waarom niet?

 

Achtergrond informatie:

Bron: https://www.leerkracht.nl/show?id=106596#_106598_

 

 

 

Lesformat: Jodendom groep 7,8

onderwerp:

wetten die anderen buitensluiten

 

Thema:

Jodendom

 

Lesdoel:

De kinderen maken kennis met een aantal anti-Joodse wetten uit de periode 1933-1945 in het Derde Rijk.

 

Benodigdheden:

voor elk kind: de bijlage Een aantal Anti-Joodse wetten

 

Les:

Inleiding: Schrijf het woord ‘wet’ op het bord. Vraag de kinderen wat zij daaronder verstaan. In ieder geval komen daarbij de volgende zaken aan bod:
• Wie maakt de wet? (de regering)
• Wie zorgt ervoor dat de mensen zich aan de wet houden? (rechters)
• Wie moeten zich aan de wet houden? (Alle mensen die in Nederland wonen of verblijven.)
• Wat gebeurt er als je je niet aan de wet houdt? (Dan krijg je een straf.)
• Zijn er in ons land aparte wetten voor bepaalde groepen mensen zoals zigeuners, kermismensen, Turken, Marokkanen, Duitsers? (Nee!)
– Vertel de kinderen dat dit niet zo gewoon is als ze misschien denken. Vooral de Joden hebben dat in de loop van de tijd gemerkt. In Duitsland waren er voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog wetten die speciaal voor Joden golden. Alleen Joden moesten zich dus aan die wetten houden.
Kern: Verdeel de kinderen in groepjes. Deel de bijlage “Een aantal Anti-Joodse wetten” uit. Licht de opdracht toe: In de bijlage staat een aantal Duitse wetten uit de jaren 1933-1945. Ze zijn door de regering gemaakt en werden gecontroleerd door rechters. Ze golden alleen voor Joden. Als die zich er niet aan hielden, kregen ze straf. Lees de wetten door. Overleg dan samen met de anderen wat je van die wetten vindt.
– De kinderen lezen de tekst. Daarna geven ze in hun groepje hun mening.
– Geef vervolgens de kinderen de gelegenheid om plenair hun mening te geven.
Slot: Spits de discussie toe op de situatie in ons land. Ga daarin zo ver als uw groep dat toelaat. Zorg dat niemand zich bezwaard voelt tijdens deze discussie. Oplopend in ‘gevoelswaarde’ zou het daarbij kunnen gaan om de volgende zaken:
• Zouden die wetten in deze tijd ook in ons land kunnen worden gemaakt? Waarom denk je dat?
• Wat vind je van de volgende wet: ‘Alle kinderen van Marokkaanse ouders die hier de wet overtreden, moeten worden teruggestuurd naar Marokko’? (Refererend aan een hot item in onze binnenlandse politiek.)
• Wat vind je van deze wet: ‘Iedereen die wordt verdacht van het willen plegen van een aanslag, wordt voor onbepaalde tijd in een gevangenis gestopt en heeft geen recht op een verdediger’? (Refererend aan de Afghaanse gevangenen in Guatanamo Bay.)

  

Achtergrond informatie:

Bron: https://www.leerkracht.nl/show?id=104178#_104180_

Een aantal anti-Joodse wetten in Duitsland tussen 1933 en 1945

22 april 1933 Joodse dokters moeten stoppen met werken en een andere baan zoeken.

15 september 1935 Een Jood mag geen verkering hebben met een Duitser en mag niet met een Duitser trouwen.

30 september 1935 Joodse rechters moeten stoppen met werken en een andere baan zoeken.

26 juni 1936 Joodse mannen mogen niet meer in het Duitse leger.

4 oktober 1936 Als Joden zich bekeren tot het christendom, blijven ze volgens de Duitse wet toch Joden.

22 juni 1938 In ziekenhuizen worden Joden apart van Duitsers behandeld.

5 oktober 1938 In alle paspoorten van Joden moet de letter J staan.

12 november 1938 Joden mogen geen eigen bedrijf meer beginnen.

15 november 1938 Joodse kinderen mogen niet meer naar Duitse scholen.

24 november 1938 Alle Joodse vrouwen krijgen als eerste voornaam de naam ‘Sara’, alle Joodse mannen de naam ‘Israël’.

28 januari 1939 Joden mogen niets meer verkopen op markten.

30 april 1939 Als een Jood problemen krijgt met een Duitse huisbaas, krijgt de Duitse huisbaas van de rechter altijd gelijk.

25 september 1939 Joden mogen na 20.00 uur niet meer op straat komen.

oktober 1939 Alle Joden die zich verzetten tegen een van bovenstaande regels worden meteen naar een concentratiekamp gestuurd.

1 september 1941 Alle Joden vanaf zes jaar moeten een Jodenster dragen. Joden mogen hun stad niet uit.

23 oktober 1941 Joden mogen het land niet verlaten.

24 oktober 1941 Duitsers die zich vriendelijk gedragen tegen Joden worden opgesloten in de gevangenis.

4 november 1941 Joden worden naar concentratiekampen in het Oosten gebracht. De Duitse staat krijgt al hun geld en goederen.

13 maart 1942 Joden moeten een zwarte Jodenster op hun voordeur tekenen.

18 september 1942 Joden krijgen geen vlees, eieren en melk meer.

november 1942 Alle concentratiekampen moeten Jodenvrij worden gemaakt. De Joden moeten naar Auschwitz en Lublin worden gebracht (vernietigingskampen!).


Auteur: Hans Vermeer © Uitgeverij Zwijsen B.V.

Kerst

 

onderwerp:

brief schrijven

 

Thema:

kerst

 

Lesdoel:

De leerlingen kunnen inzien wanneer ze fout zitten en de leerlingen kunnen een brief schrijven volgens de regels die hiervoor gelden in groep n7/8.

 

Benodigdheden:

Briefpapier

Schrijfpapier

Pen en potlood

Enveloppen

 

Les:

Inleiding: maak met de leerlingen een woord veld op het bord over kerst. Zorg dat hierbij het woord vrede naar voren komt. Hoe vatten de kinderen het begrip vrede op? Dit kan wereld vrede zijn, maar het kan ook vrede op school zijn of in gezinsverband. Hoe kunnen de kinderen iets doen aan vrede met kerst op kleine schaal?

 

Kern: laat de kinderen nadenken over een discussie of ruzie die ze in de afgelopen tijd hebben gehad. Denk hierbij aan zusjes, vriendinnetjes, ouders. Als de kinderen echt niets kunnen bedenken kun je ze herinneren aan dingen die op school zijn gebeurd. de kinderen gaan vervolgens een brief schrijven naar deze persoon met hierin een excuses of uitleg en de vraag om vrede. Herinner de kinderen hierbij aan de regels voor een brief schrijven.

Slot: Als de brief af is laat ze dan een envelop eromheen doen en de naam van de geadresseerde erop zetten. De bedoeling is dat ze de brieven binnen 2 dagen afgeven. De 3e dag kijk je met de klas nog even terug op de reacties op de brieven.

 

 

Bijlage:

afzender

Voornaam en Achternaam

 

 

 

Straatnaam en huisnummer

 

 

postcode en Stad

 

 

(Land)

 

 

 

 

 

 

 

 

(twee regels overslaan)

 

 

 

 

 

 

2

ontvanger

Bedrijfsnaam,

 

 

T.a.v. Mijnheer of Mevrouw Achternaam

 

 

Straatnaam en huisnummer

 

 

postcode en Stad

 

 

(Land)

 

 

 

 

 

(een regel overslaan)

 

 

 

3

Plaats/

datum

Abcoude, datum

 

 

 

 

 

(een regel overslaan)

 

 

 

4

onderwerp

Betreft: het onderwerp van je brief

 

 

 

 

 

(een regel overslaan)

 

 

 

5

aanhef

Geachte heer of mevrouw Naam ontvanger,

 

 

 

 

 

(een regel overslaan)

 

 

 

6

inhoud

begin hier met het schrijven van je brief. Let goed op hoofdletters, punten en de spelling.

 

 

 

 

 

Sluit je brief af met:

 

 

 

7

afsluiting

Hoogachtend of Met vriendelijke groet,

 

 

 

 

 

(3 regels overslaan)

 

 

 

 

 

 

 

 

Je Naam

Pasen

 

onderwerp:

Deurhanger maken

 

Thema:

Pasen

 

Lesdoel:

 

Benodigdheden:

Verschillende kleuren papier

Scharen

stiften

Passer

geodriehoek

 

Les:

Inleiding: als inleiding word even kort vertelt over de oorsprong van Pasen. Wij vieren Pasen volgens de protestantse traditie. De paashaas hoort hierbij samen met de beschilderde eieren en tegenwoordig de chocolade eieren. Vroeger vond men altijd eieren van vogels in hazen en konijnen hollen, vandaar de link haas en eieren. In de inleiding laat je juf ook een voorbeeld zien van de deurhanger die we gaan maken. Ze legt hierbij uit hoe we hier stap voor stap mee aan de slag gaan en legt de ordelijke regels uit.

 

Kern: als kern gaan we aan de slag met het maken van de deurhanger. We beginnen met de deurhanger zelf. Hiervoor gebruiken we een passer, zo maken we een halve boog, dan via een geodriehoek kan je 2 evenwijdige lijnen naar beneden trekken. Dan met een passer weer op dezelfde stand ook daar een halve boog maken. Met dezelfde passer maak je dan aan 1 van beide kanten nog een rondje waar ruim een deurkruk doorheen kan. Daarna mogen de kinderen zelf van papier eieren of een paashaas knippen herinner de kinderen er wel aan dat ze eerst met potloot uit moeten tekenen voor ze gaan knippen. Zo mogen de kinderen de deurhanger zo mooi maken als ze zelf willen.

 

Slot: Aan het eind moeten de kinderen met een mooie zwarte stift nog een duidelijke welkomst tekst erop zetten, deze moet wel met Pasen te maken hebben.

 

Bijlage:

 

 

Vakantie

 

onderwerp:

gedicht schrijven

 

Thema:

vakantie

 

Lesdoel:

De kinderen kunnen een gedicht schrijven met rijmwoorden en hiermee ook een doel bereiken; de ideale vakantie uitleggen

 

Benodigdheden:

Kladpapier

Potlood

A3 papier

 

Bijzonderheden:

De les moet in 2 delen worden geven en eventueel een 3e deel als dat nodig is.

 

Les:

Inleiding: als inleiding ga je het met de kinderen hebben over wat hun ideale vakantie zou zijn. Waar zouden ze heel graag een keer naartoe willen, en wat voor vakantie? Een sportieve vakantie, een zon vakantie of een wintersport vakantie? De kinderen maken voor zichzelf een lijstje met informatie over hun ideale vakantie, het weer, de plaats, hotel of camping, aan zee of in de bergen, op het platteland of in een stad? Deze plek mag ook fantasie zijn, bijvoorbeeld een planeet.

 

Kern: de juf draait het bord om waar ze van te voren een kort gedicht heeft gemaakt volgens de volgende uitleg over een ideale vakantie, deze neemt ze door met de klas, wat rijmt er? Hoe is dit gedicht opgebouwd? met het lijstje wat de kinderen gemaakt hebben gaan ze een gedicht maken, de leerlingen maken een gedicht op de volgende manier; de eerste zin rijmt op de 3e en de 2e op de 4e, de 5e rijmt weer op de 7e en de 6e op de 9e. zo moeten de leerlingen minstens 9 zinnen maken. In dit gedicht omschrijven ze dun droomvakantie. Als de leerlingen naar dichtwoorden zoeken mogen ze hierbij het woordenboek gebruiken. Dit gedicht schrijven ze eerst in klad.

 

Les 2 kern: Hierna krijgen ze een A3 papier waar ze een tekening met potlood op gaan maken deze moet een illustratie van hun ideaal bedachte vakantie zijn. Deze tekening moet het hele blad vullen. Leg hierbij de nadruk op de horizon die eerst getekend moet worden, en de verdeling van kleuren in de achtergrond, het groen van het gras wat donkerder is dichtbij en lichter word ver weg en de lucht die boven donkerder blauw is dan bij de horizon. Zorg dat de tekeningen niet te gedetailleerd worden omdat er achteraf overheen geschreven word.

Slot: als slot schrijven de leerlingen met een sierlijk handschrift met een zwarte stift over de tekening heen het gedicht. Hiervoor moeten de kinderen eerst op klad hun sierlijke handschrift oefenen zodat het er mooi uit komt te zien. ook moeten de kinderen met een liniaal dunne potlood lijnen tekenen op de tekenen met telkens dezelfde afstand ertussen om hier goed mooi, even groot en recht op te kunnen schrijven.

 

BIjlage:

Mijn ideale vakantie zou zijn

Onder de bloedhete zon dicht bij het strand

Dichtbij de zee en bij de woestijn

Een vakantie in een heel ver land

Een plek waar tijd geen issue is

En waar mensen vreemde talen spreken

Maar waar ik me nooit in woorden vergis

Nederland zou erbij verbleken

Islam

 

onderwerp:

internet opracht

 

Thema:

Islam

 

Lesdoel:

 

 

Benodigdheden:

 

Les:

Inleiding: de leraar schrijft met de kinderen de Islam op het bord, wat weten jullie er al van? Wat komt er in je op? Dit mogen zowel positieve als negatieve dingen zijn. Hierna gaan we kijken naar alle verschillende woorden, wat zijn vooroordelen, wie weet wat een vooroordeel is? En welke van onze juist genoemde woorden kunnen we omschrijven als vooroordelen?

Zit er misschien ook racisme tussen?

 

Kern: de kinderen gaan op internet aan de slag met het lijstje vooroordelen. Waar komen deze vooroordelen vandaan? En wat is er van waar of wat is er niet van waar? Noteer dit bij het vooroordeel. Zoek op meerdere sites zodat je meerdere bronnen hebt. Als laatste gaan de kinderen nog opzoek naar de hoofdgedachte van de Islam.

 

Slot: als slot bespreken we de gevonden informatie. Hoe kijk je er nu tegenaan? Zijn er gedachten van de Islam die je deelt en zijn er ook gedachten waar je het niet mee eens bent?

 

 

 

Achtergrondinformatie:

Agressieve godsdienst

de mensen die het geloof misbruiken door er geweld mee goed te praten, of uit naam van de Islam geweld gebruiken is slechts een hele kleine minderheid. Dit terwijl de Islam eigenlijk zegt dat alle geloven geaccepteerd kunnen worden en dat je, je vermogen moet delen. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar het Suikerfeest. De hele gedachte hier achter is delen met iemand die minder heeft, alle moslims geven dan bijvoorbeeld aan goede doelen.

 

Vrouwonvriendelijk

Leemhuis: "Moeilijk punt. Moslims zelf vinden van niet. Zij vinden juist dat vrouwen in het westen slechter af zijn. Een lustobject. Een blote vrouw om een auto aan te prijzen, dat is pas vrouwonvriendelijk, zo redeneren zij."

"Veel moslims beschouwen de sluier als een emancipatoir fenomeen. Omdat vrouwen buitenshuis een sluier dragen, zijn ze geen object en dus beschermd. Zij kunnen zich in het publieke leven normaal bewegen. De paradox wil dat in een land als Iran de positie van vrouwen na de islamitische revolutie sterk is verbeterd. Onder de ayatollahs hebben zij meer in de melk te brokken dan onder de shah. Dat geldt vooral voor vrouwen in de lage middenklasse. Overigens zijn de geschriften niet eenduidig over het al dan niet dragen van een sluier. Het is een kwestie van koraninterpretatie. In Indonesië, het grootse moslimland ter wereld, gaan de meeste gelovige vrouwen ongesluierd over straat."

"Hoewel polygamie gewettigd is, is het in het grootste deel van de moslimwereld de facto heel moeilijk om er meerdere vrouwen op na te houden. In een wereldstad als Caïro wordt een man met meerdere vrouwen toch een beetje meewarig aangekeken. Je treft het tegenwoordig eigenlijk alleen nog maar aan bij traditionele plattelands-rijken. Je moet ook aardig goed bij kas zijn om je zo'n levenswijze te kunnen veroorloven. In de koran staat dat je maximaal vier vrouwen mag hebben, op voorwaarde dat ze allen gelijk worden behandeld. Zo moet iedere vrouw een eigen huis hebben. Kortom, er zijn een hoop beperkingen."

  

Niet in staat tot aanpassing

Het overgrote merendeel van de Nederlandse moslims, zeg maar de zwijgende meerderheid, wil zich aanpassen en Nederlander zijn. Echter is veel te zien dat juist door de discriminatie en vooroordelen moslims vaak “groepen” gaan vormen en zich zo dus minder snel aanpassen of opstandig worden.

 

Laaggeschoold

Dat moslims over het algemeen laaggeschoold zijn komt omdat vele moslims autochtonen zijn of zonen/dochters van autochtone ouders en dus de Nederlandse taal niet compleet beheersen. Ook komen zij dan uit laden waar het opleidingsniveau een heel stuk lager licht dan in Nederland waardoor ze hier beginnen met een grote achterstand. Hierdoor is een hoog opleidingsniveau dan vaak niet mogelijk. Bij banen is te zien dat Moslims vaak geen hoge functies hebben, de grootste invloed hiervan is de laaggeschooldheid en toch ook een deel racisme. Echter zijn er in Nederland steeds meer Moslims die in Nederland geboren en getogen zijn en dus ook met de Nederlandse taal en gewoonten en niveau opgegroeid zijn. zo is ook te zien dat het opleidings niveau bij deze moslims niet veel verschilt van de Nederlandse inwoner, dan gaat het namelijk puur om je kennen en kunnen.

 

Altijd buitenlanders

Dit vooroordeel is natuurlijk niet helemaal waar maar het is wel waar dat moslims meestal buitenlanders zijn en dan spreken we in nederland voornamelijk van Turken 358.000, Marokkanen 315.000, Surinamers 70.000, Irakezen 44.000, Afghanen 37.000, Iraniërs 29.000, Somaliërs 22.000 en dan is er nog een kleine groep Nederlanders die zich heeft bekeerd tot de Islam en die groep bedraagt een kleine 10.000 personen. In verhouding is dit dus heel weinig, maar er moet ook meegerekend worden dat vele moslims inmiddels de 2e generatie in Nederland zijn, en deze mensen groeien hier dus op, met onze cultuur, onze gebruiken en onze opleidingen. Vaak zie je dan ook dat deze Moslims het geloof niet meer zo “zwaar” opvatten maar een mooie combi vinden met de Nederlandse cultuur, zo dragen sommige Moslima’s van de nieuwe generatie al geen hoofddoek meer.